De Internationale School van het Gouden Rozenkruis
- ONS VERHAAL -
​
Allemaal zijn we onderweg.
We ontwikkelen ons allemaal.
In zekere zin zijn we allemaal leerlingen in de grote school die de wereld is.
Zijn er meesters? We zijn meesters en leerlingen van elkaar.
Het lijkt de bedoeling te zijn dat iedereen uiteindelijk in zijn eigen autoriteit komt te staan.
Het leven is een proces.
Er zijn in de wereld vele groepen die ons willen vooruit helpen in dit proces.
We zouden zo’n groep een school kunnen noemen.
Leerlingen van sommige scholen zoeken het tijdelijke, van andere scholen zoeken leerlingen het eeuwige, dat wat blijft, het universele, de Geest. Het doel van het leven is die Geest te vinden, ons met hem mee te verbinden, ons erdoor te laten leiden en die Geest ons te laten transformeren tot een geestelijk wezen,
een universeel mens. Een geestesschool kan ons daarbij helpen.
Dit is het verhaal van de geestesschool van het Gouden Rozenkruis.
De bedoeling van het Rozenkruis is het contact met de Geest, de universele werkelijkheid, te vinden
- of beter - terug te vinden. Aan de ene kant hebben we die hogere werkelijkheid, aan de andere kant hebben we ons dagelijkse leven, een werkelijkheid die we niet mogen noch kunnen negeren.
Die twee werkelijkheden met elkaar te verbinden, het eeuwige met het nu,
het universele met ons dagelijks leven, daarbij kan de geestesschool ons helpen.
Omdat het over iets gaat dat geschiedenis, tijd, overschrijdt, is een geschiedenis over een geestesschool moeilijk te schrijven. Wat we beschrijven is toch enkel het spoor dat het eeuwige nalaat in de tijd. Ons verhaal gaat dan ook over hoe dat contact plaatsgevonden heeft, over hoe deze brug tussen twee werkelijkheden gebouwd is. Maar om het helemaal te begrijpen moet je zelf op zoek gaan.
De brug tussen die twee werkelijkheden zouden we gnosis kunnen noemen. Gnosis betekent letterlijk kennis. Maar Gnosis is ook een kracht, een vermogen, het is datgene wat ons helpt de verbinding met onze geestelijke oorsprong te maken. Daarom kunnen we onze geestesschool ook een gnostieke school noemen.
De geestesschool van het Gouden Rozenkruis is vandaag een organisatie van gelijkgestemden.
Ze is aanwezig in meer dan 53 landen in Europa, Zuid-Amerika, Afrika en Oceanië. In die landen zijn er centra op verschillende locaties. In België heb je bijvoorbeeld centra in Gent en Leuven en houden we ook nog bijeenkomsten op andere locaties .
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De actuele opbouw van de school van vandaag is de openbaring van de gnosis in onze tijd.
De gnosis manifesteert zich altijd naargelang de tijdsgeest en de plaats op onze planeet.
Zo was de openbaring, de school, de vorm, van de Gnosis anders in de tijd van de katharen (middeleeuwen), de Egyptenaren, de tijd van Boeddha of de periode van de eerste - gnostieke - christenen. De essentie was echter wel dezelfde en daarom zou je kunnen zeggen dat de geestesschool zich verbindt met deze bovenaardse rivier die zich in al die verschillende tradities vertakt.
Je zou kunnen spreken van een universele leer, een gouden draad, die in alle tijden terugkomt om de mensheid de weg naar de Geest terug te wijzen. En in onze tijd is de geestesschool van het Gouden Rozenkruis een vertakking van dezelfde bovenaardse rivier.
De naam Rozenkruis ontleent de school aan de klassieke Rozenkruisers, een groep die aan het begin van de zeventiende eeuw tenminste drie manifesten publiceerde, geschriften waarin ze een oproep deden tot een geestelijke reformatie van de wereld. We kunnen deze manifesten ook lezen als een oproep van reformatie van onszelf, onze eigen innerlijke wereld. Over wie deze Rozenkruisers waren, werd veel gespeculeerd, maar zelf beweren zij de geestelijke erfgenamen te zijn van een zekere Christiaan Rozenkruis die in de middeleeuwen geleefd zou hebben. In de manifesten claimden de Rozenkruisers over een geheime kennis te beschikken.
​
In hun derde publicatie, de Alchemische Bruiloft van Christiaan Rozenkruis, staat Christiaan Rozenkruis model voor de transformatie van een leerling die een alchemisch - lees geestelijk - proces ondergaat. Alhoewel het niet duidelijk was wie de Rozenkruisers waren en waar hun tehuis was, zou iedereen die er eerlijk zijn best voor deed, hen toch vinden en in hun kennis delen.
In de negentiende eeuw publiceerde Helena Blavatsky enkele werken die door de Rozenkruisers geïnspireerd zouden zijn. Een wereldbeeld over het ontstaan en evolutie van de mens en de kosmos. De evolutie wordt er zowel van de fysieke als de geestelijke kant bekeken en de kosmos wordt gezien als een levend lichaam dat uit het goddelijke voortvloeit. Rudolf Steiner borduurde verder op het wereldbeeld van Blavatsky en verbond het innig met het christendom. Rudolf Steiner wou binnen de Theosofie een Rozenkruisersgroep oprichten, maar zag daar verder vanaf en stichtte de antroposofie.
Max Heindel, oorspronkelijk een leerling van Rudolf Steiner, richtte zelf een Rozenkruisersgroep op in California: the Rosicrucian Fellowship.
Actieve leden van die Rozenkruisgroep van Max Heindel waren Wim en Jan Leene die in 1924 de Haarlemse tak van de school van de ondertussen overleden Max Heindel gingen leiden. De groep verzamelde rond zich veel leden en zo voegde zich in 1930 ook Hennie Stok-Huizer bij hen. De gebroeders Leene lieten zich vooral leiden door hun eigen intuïtie en kwamen op deze manier na een tijdje los te staan van de groep in Californië.
In 1936 publiceerden ze de manifesten van de Rozenkruisers opnieuw.
In de komende jaren publiceerden ze ook een uitgebreide uitleg bij de mysterieuze teksten: De roep der Rozenkruisers Broederschap, De belijdenis der Rozenkruisers Broederschap en De alchemische bruiloft van Christiaan Rozenkruis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest de groep het werk ondergronds verderzetten.
Tijdens de oorlog schreef Jan Leene, later bekend als Jan van Rijckenborgh, het boek Dei Gloria Intacta, waarin hij het christelijke inwijdingsmysterie verklaarde. De bedoeling van het geestelijke pad is niet onszelf te cultiveren of astrale reizen te maken, maar ons gehele wezen onder leiding van het geestelijke beginsel in onszelf om te vormen tot een geestelijk wezen.
Dat geestelijke beginsel wordt in de geestesschool de geestvonk of de roos in het hart genoemd.
De omvorming van ons wezen noemde men transfiguratie. De geestesschool kreeg in die tijd haar definitieve naam: Lectorium Rosicrucianum, wat Latijns voor School van het Rozenkruis is.
In dezelfde tijd, in 1946 reisden Jan van Rijckenborgh en Hennie Stok-Huizer, die ondertussen Catharose de Petri genoemd werd, naar Albi in Zuid-Frankrijk op zoek naar de geestelijke erfenis van de katharen waarmee zij zich innig verbonden voelden. In Albi ontvingen de twee geestelijke leiders een beeld van hoe de school zich verder zou moeten ontwikkelen. In die periode bloeide in de geestesschool het idee van de twee natuurorden, het dualistische wereldbeeld van de katharen, op. Onze wereld is eigenlijk een afgescheiden deel van het oorspronkelijke universum en de val van de mens heeft daar alles mee te maken.
​
Het gnostieke pad van de leerling Rozenkruisers helpt de mens te reïntegreren in de oorspronkelijke Geestelijke Natuur. Jaren later, in 1954 zouden Jan van Rijckenborgh en Catharose de Petri Antonin Gadal ontmoeten, de laatste patriarch van het katharisme. Antonin Gadal verbond de geestesschool met de geestelijke erfenis van de katharen.
In de jaren ‘50 en ‘60 gaven Jan van Rijckenborgh en Catharose de Petri veel lezingen en publiceerden ze veel boeken waarin ze de universele leer in tradities verklaarden. Onder de behandelde thema’s bevinden zich het Hermetisme, het Taoaisme, de gnostieke geschriften van de Pistis Sophia, ...
De school was in Nederland ontstaan maar werd steeds internationaler.
Oorspronkelijk kwamen er centra in Duitsland, Frankrijk, Brazilië en Zwitserland bij.
​
In de jaren ‘60 hield de school vijf internationale Aquariusconferenties waarbij belangrijke veranderingen
die zich toen en in onze tijd nog steeds afspelen, toegelicht werden. De zesde Aquariusconferentie kon niet gehouden worden omdat Jan van Rijckenborgh in 1968 stierf.
In 1967 waren Jan van Rijckenborgh en Catharose nog naar Brazilië gevlogen voor de laatste Aquariusconferentie.
​
​
​
De Internationale Spirituele leiding nam de leiding van de school over en deze groep leidt de school tot op vandaag. In de volgende decennia breidde de school zich verder uit in Latijns-Amerika, Zuid-Europa, na de val van de muur in Oost-Europa, in de Verenigde staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Afrika, …
​
Er bestaat ook een uitgebreide jongerenafdeling in de school waar men gelijkgestemden uit vele landen kan ontmoeten. De school gaf jarenlang het tijdschriften Pentagram uit, dat werd nu vervangen door Logon dat online of in papieren versie bestaat. Verder is de geestesschool ook aanwezig op sociale media, zoals in België Agora-be.
Wat er in die jaren opgebouwd werd, was evenwel niet enkel een leer, een filosofie, een fysieke organisatie, maar ook een krachtveld, een veld van zielen die met elkaar verbonden zijn en waar geestelijke krachten kunnen instromen.
Wie deel uitmaakt van de geestesschool, gaat ook deel uitmaken van die universele stroming waarover we daarnet spraken. De ontwikkeling van de geestesschool is als de ontwikkeling van iedere leerling, ieder individu op zich:
het ontwaken en de ontplooiing van het universele in het individu.
Bij de realisatie van dit groots principe kan een groep van zeer grote hulp zijn.